Den Haag en de Atlantikwall
In de strijd tegen de Sovjet-Unie verplaatste Hitler vanaf de zomer van 1941 steeds meer troepen naar het oosten. Tegelijk rekende nazi-Duitsland op een geallieerde invasie vanaf zee. Als oplossing voor dit dilemma werd tussen 1942 en 1945 de Atlantikwall aangelegd, een aaneenschakeling van betonnen bunkers, versperringen en natuurlijke hindernissen zoals kliffen en rotsen langs de Atlantische Oceaan en de Noordzee.
De Atlantikwall was vijfduizend kilometer lang en liep van het noorden van Noorwegen tot aan de grens met Spanje. De verdedigingswerken maakten van het bezette westen van Europa een bijna onneembare vesting, die met die met relatief weinig troepen kon worden verdedigd.
Strategisch belang
Vanuit Den Haag bestuurde rijkscommissaris Seyss-Inquart het bezette Nederland. Samen met de haven van Scheveningen maakte dit de stad van strategisch belang. Daarom kreeg Den Haag niet alleen verdedigingswerken direct langs de kust, maar ook dwars door de stad. De vijand kon immers ook een omtrekkende beweging maken. Van Kijkduin tot aan het Gemeentemuseum zigzagde een 27 meter brede tankgracht. Daarna ging de verdedigingslinie verder met onder meer tankmuren, drakentanden en een tankgracht richting het Malieveld en Clingendael. Aan de uiteinden sloot hij aan op de kustverdediging. Zo ontstond een militaire vesting: de Stützpunktgruppe Scheveningen-Clingendael.
Militair gebied
Voor de aanleg van de Atlantikwall moest alles en iedereen wijken. Ambtenaren kregen de opdracht om de sloop en evacuatie in goede banen te leiden. In totaal werden meer dan 135.000 mensen uit hun huis gezet en 2.400 panden afgebroken. Mensen zonder economische binding elders in het land ondergebracht, anderen kregen een woning in de regio toegewezen of werden bij anderen ‘ingekwartierd’. De stranden, boulevards en grote delen van de stad veranderden in een desolaat landschap met bunkers, controleposten en militairen. Het duurde tot ver na de oorlog tot de schade hersteld was en er weer voldoende woonruimte beschikbaar was.
Vrede en recht
Nu werken in Den Haag bij 160 internationale organisaties in totaal zo’n 18.000 mensen samen aan vrede, recht en veiligheid in de wereld. Achter het Museon bevinden zich grote organisaties zoals OPCW, Europol en het Joegoslavië-tribunaal. Dit gebied was tot 1942 de villawijk Zorgvliet. Zo zijn er veel plekken in de stad waar oorlog en vrede, verdeeldheid en samenwerking dicht bij elkaar komen. Een stad die de gevolgen van oorlog aan den lijve heeft ondervonden, die weet hoeveel moeite het kost om de schade te herstellen en de wonden te helen, is nu stad van de vrede.
Bron: atlantikwalldenhaag.nl