De waterwegen ten noorden en zuiden van het eiland Voorne boden toegang tot het achterland en moesten dan ook worden verdedigd. Een keten van steunpunten, waaronder drie geschutsbatterijen, verrees in de duinen van Oostvoorne tot Hellevoetsluis. De twee oude vestingsteden Brielle en Hellevoetsluis vormden ook onderdeel van de verdediging. De stadswallen waren voorzien van talloze bouwwerken en veldstellingen en de toegangen konden met enorme betonnen obstakels in een mum van tijd worden afgesloten.