De Pan van Persijn (Panbos) dankt zijn naam aan de Heren van Persijn die in de 16e eeuw vanuit hun kasteel het bos als jachtgebied gebruikten. Het kasteel werd in de 19e eeuw afgebroken, maar een eeuw later verschenen er andere fortificaties, die van de Atlantikwall uit de Tweede Wereldoorlog.
In het zuidelijke deel van het bos zijn rijen betonnen pylonen (drakentanden) en een stuk van de tankmuur te zien die richting zee loopt. Ter camouflage waren er bomen op geschilderd en daarnaast viel de ‘golvende’ bovenzijde niet op in het reliëfrijke duinlandschap. Verschillende in de muur geïntegreerde mitrailleurbunkers konden vuren op het destijds kaalgeslagen voorterrein, waar nu weer volop begroeiing staat. Ten zuiden van de parkeerplaats waar de wandeling begint sloten de drakentanden en muur aan op een natte tankgracht die langs vliegveld Valkenburg was gegraven. Op de Flugplatz stonden de jachtvliegtuigen van de Luftwaffe. Het personeel verbleef in grote bakstenen barakken die als boerderijen waren gecamoufleerd, deze staan nog steeds langs autoweg. Tezamen vormden de drie verschillende soorten tankversperringen de zuidelijke grens van Stützpunktgruppe Katwijk, een afgesloten verdedigingsgebied dat ook Noordwijk en Valkenburg omsloot. Ze moesten voorkomen dat geallieerde tanks hier konden binnendringen.